Algemeen directeur Jan Bobbink. Foto: Qlip
Tekst: Bert Kleiboer
Zes jaar na de vorige grote uitbreiding vierde Qlip afgelopen maand opnieuw een feestje. De aanleiding was de ingebruikname van weer een nieuw lab en de verhuizing van recent overgenomen bedrijfsonderdelen naar de hoofdvestiging in Zutphen. Het bedrijf organiseerde een officiële heropening en hield open dag voor een breed publiek.
Qlip noemt zichzelf de onafhankelijke expert op het gebied van analyses, inspecties en certificering in de zuivelketen. In Zutphen wordt van elke levering rauwe melk een monster geanalyseerd op kwaliteit, als basis voor de betaling van zuivelbedrijven aan hun melkleveranciers. Ook worden analyses uitgevoerd op zuivelproducten, zoals kaas, boter, melkpoeder en zuigelingenvoeding. Bovendien analyseert Qlip miljoenen melkmonsters van de periodieke melkproductieregistratie (MPR) waarmee boeren de productiedata van afzonderlijke koeien laten registreren. Naast al die onderzoeken levert het bedrijf ook ondersteuning met inspecties en beoordelingen voor kwaliteitsprogramma’s.
Omzet groeit met bijna een derde
Hoewel het aantal melkveebedrijven al jaren afneemt en de melkproductie niet meer toeneemt, is de omzet van Qlip de afgelopen zes jaar met 30 procent gegroeid. Dat is te danken aan een geleidelijke versterking van de kernactiviteiten de afgelopen jaren, zegt algemeen directeur Jan Bobbink van zowel Qlip als moederbedrijf MLZ Holding. Sinds vorig jaar de groep bovendien naar uitbreiding naar nieuwe markten.
Aminozuren
Het versterken van de kernactiviteiten begon zes jaar geleden met de overname van MCC (Milk Competence Center). Dat is de beheerder van dataplatform Z-net voor onder meer de melkgeldadministratie en laboratoriumuitslagen voor melkveehouders en hun adviseurs. In 2019 volgde Ansynth Service bv in Breda, een specialistisch laboratorium voor het analyseren van aminozuren. Dit lab is verplaatst naar Zutphen. Weer twee jaar later is het werk van Stichting KOM (Kwaliteitszorg Onderhoud Melkinstallaties) toegevoegd. Dit betreft een inspectietaak die met name is gefocust op onderhoud van melkwinningsapparatuur en koeltanks.
Deze overnames liggen allemaal in het verlengde van de oorspronkelijke taken van Qlip, stelt directeur Bobbink. “Z-net is direct aanpalend aan ons rauwemelkonderzoek en onze audit- en inspectietak. Ansynth is een mooie uitbreiding op onze analyses op eindproducten, met name voor babymelkpoeder. En Stichting KOM ligt in het verlengde van het werk van onze beoordelaars die op de boerderijen komen in het kader van kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma’s.” De recentste overname is een verbreding van de activiteiten. Afgelopen jaar verwierf moederorganisatie MLZ Holding een meerderheidsbelang in het van origine Deense Bactoforce International. De nieuwe zuster van Qlip verricht inspecties in installaties van voedingsmiddelenbedrijven, met name in de zuivel-, frisdranken- en bierindustrie.
Buitenland
Met Bactoforce boort MLZ een nieuwe markt aan. Het nieuwe bedrijfsonderdeel heeft niet alleen andersoortige klanten, het is bovendien actief in negen Europese landen. Dat is interessant, want de krimp van de zuivelsector op de thuismarkt is onvermijdelijk, zegt Bobbink. “Minder boeren, minder koeien, minder melk om te verwerken; dat betekent uiteindelijk minder werk voor Qlip in Nederland. Maar daar gaan we ons niet bij neerleggen.”
Overigens betekent dit niet dat de ontwikkeling van de oorspronkelijke activiteiten stilvalt. De directeur ziet ook daar nog kansen. Een daarvan is de opkomst van plantaardige producten. “We hebben inmiddels ook een aantal analyses ontwikkeld om zuivelalternatieven te onderzoeken.” Daarnaast brengt de behoefte aan onderscheid in de markt werk met zich mee. “Er komen steeds meer melkstromen en verschillende duurzaamheidsschema’s. Ook daar zien we nog groeimogelijkheden.”
13 miljoen melkanalyses en meer
De onderneming Qlip in Zutphen is in 2007 ontstaan door een samenvoeging van drie organisaties: MCS Nederland (melkcontrolestation Nederland), OCM (Organisatie Certificering Melkveebedrijven) en het laboratorium van COKZ.
MCS Nederland verzorgde analyses van rauwe melk. OCM was actief in de certificering van kwaliteitsschema’s in de keten. Deze kwam voort uit KKM. Het (particuliere) lab van COKZ deed onderzoek naar zuiveleindproducten. De naam Qlip is afgeleid van deze kernactiviteiten: ‘quality’, laboratoriumonderzoek, inspecties en procescertificering. In Qlip zijn deze functies geprivatiseerd in een onderneming met een onafhankelijke en onpartijdige positie. De (enige) aandeelhouder in moederbedrijf MLZ-holding is een stichting. De onderneming keert geen dividend uit, de winst blijft in het bedrijf.
De omzet van Qlip bedraagt € 35 miljoen, die van het nieuwe zusterbedrijf Bactoforce € 10 miljoen. De omzet komt voor 80 procent uit de Benelux. De rest uit andere landen, met name Duitsland en Scandinavië. In Zutphen worden jaarlijks ruim 13 miljoen monsters rauwe melk geanalyseerd en bijna 700.000 chemische en microbiologische analyses uitgevoerd op zuivelproducten. Verder voert Qlip jaarlijks ruim 15.000 audits en beoordelingen uit op het functioneren van kwaliteitssystemen in de melkveehouderij en zuivelsector.
‘Krimp melkproductie door wegvallen derogatie’
Hoewel technologische innovatie veel kan bijdragen aan de noodzakelijke verduurzaming van de melkveehouderij is krimp van de veestapel en de melkproductie onvermijdelijk. Dat is een van de conclusies van de forumdiscussie tijdens de officiële opening van Qlip. Deelnemers waren: Qlip-directeur Jan Bobbink, melkveehouderijvoorman Erwin Wunnekink van LTO en secretaris Henk Vermeer van politieke partij BBB.
Volgens Wunnekink wordt niet stikstof, maar beleid rond mest de ‘bottleneck’. Het probleem is het wegvallen van de derogatie, een uitzonderingsregeling waardoor Nederlandse boeren meer mest mogen uitrijden dan de Europese norm. “De huidige derogatiebeschikking zegt dat wij in 2026 met 10 procent moeten krimpen. Daarbij is fosfaat de beperkende factor. In 2018 hebben we via voermaatregelen heel veel fosfaat kunnen reduceren en daarmee blijven we onder de gestelde sectorplafonds. Dat gaat ons niet nog een keer lukken.” Wunnekink pleit ervoor de krimp van de veestapel te realiseren via bedrijven zonder opvolging die van plan zijn te stoppen. “Daar zit de oplossing. Je moet het zo doen dat de stoppers de blijvers helpen. Mijn boodschap is: we moeten voorkomen dat je generieke krimp gaat organiseren alle bedrijven zoals we in 2016 hebben gehad.”